zondag 24 oktober 2010

011 Festival Lake of the Stars in Mangochi vrijdag 15 – zondag 17 oktober

De uitsmijter voor Malawi is het Festival Lake of the Stars. Daar ontmoet Saskia een vijftal vriendinnen en het is dus wel heel mooi om zo feestend drie maanden Malawi af te sluiten.
Lake of the Stars wordt ieder jaar gehouden en het is bekend in heel Afrika. Heel veel belangrijke pop- en ook dans- en drumgroepen uit Afrika en daarbuiten treden op. Het terrein is het strand aan het Lake Malawi, een eindje boven Mangochi.
De omgeving van Mangochi is Baobabland. Voor het eerst zien we dat er al groene bladeren aan sommige bomen komen.




De Baobab bomen

Er zijn drie podia, de “Main Stage” is het belangrijkste. De muziek begint in de middag en gaat tot zes uur ’s morgens door.
Saskia en de vijf vriendinnen kamperen op de camping bij het festival en wij slapen in het resort “Sun ‘n’ Sand een kilometer of vijf verderop.

Het is een prachtig Festival, wel blijkt het een bijna volledig Westers Festival. Vooral zaterdags. Zondags zijn er wat meer zwarte mensen.
Wij vinden het leuk om mee te maken. We horen diverse goede bands. Naar ons idee ook veel dreunmuziek. Maar als je dan ziet hoe men deinend met z’n allen uit z’n dak gaat, zien we hoe inspirerend het is. Vooral ook de sfeer. Kees herkent het niet zo, voor Geer herleven festivals in Kralingen, Hair en dergelijke uit de zeventiger jaren. Wij blijven een beetje aan de buitenkant; het lukt ons niet (meer) ons er helemaal in te storten. Misschien ook omdat we niet de nachten meefeesten en dus ook heel belangrijke bands missen. Maar dat is niet erg, we zijn blij dat we er geweest zijn.
Een man die xilofoon gemaakt van kalebassen speelt uit Ivoorkust vinden wij heel prachtig.
Hieronder enkele foto’s van het festival










Saskia met vriendinnen, ook zij lopen een co-schap in Malawi, in verschillende ziekenhuizen

Zondagmorgen om een uur of half negen vertrekken we met een minibusjes via Salima naar Lilongwe, waar we nu echt onze laatste avond Malawi hebben. We gaan in de avond nog naar een concert van de Black Missions. Helaas is het al bijna afgelopen en we blijven dus maar even. Hier wel alleen maar zwarte mensen.

010 Van Nkhatakata naar Lilongwe en laatste dagen samen met Wouda en Paul woensdag 13 – donderdag 14 oktober

Vanaf de baai van Nkhatakata rijden we op twee fietstaxi’s naar het busstation. De heren moeten flink trappen met ons en de rugzakken achterop, want de weg loopt omhoog. Zwaar en warm voor hen en wij laten ons dus voor de 2e keer die morgen als kolonialen vervoeren.


Een fietstaxi zo lieten wij ons dus ook vervoeren

De doorgaande bus komt pas om elf uur en daarom gaan we met een mini-bus. In Salima kan de chauffeur geen benzine krijgen (er is een flinke benzine schaarste in Malawi). Hij maakt een deal met een ander busje en we stappen over in een grotere bus, die stukken langzamer rijdt. Beide busjes zoals gebruikelijk overvol en voor ons veel te zien. Met deze bus komen we om een uur of drie in Lilongwe aan. Daar zijn Saskia, Paul en Wouda al. Zij zijn twee nachten/ één dag in Nkata Bay geweest met veel visserij in het dorp en mooi snorkelen in het meer. Dat laatste was een fantastische belevenis: nog nooit zoveel mooie vissen gezien. Vanuit Nkata Bay zijn ze met een taxi naar Mzuzu gereden en met de snelle bus naar Lilongwe.
De woensdagmiddag wordt doorgebracht met winkelen, wassen, internetten en dergelijke en ’s avonds eten we weer heerlijk bij de Italiaan Mama Mia.
Donderdagmorgen lopen Paul, Wouda, Saskia en Kees op de markt van Lilongwe.


op markt bij de fruit afdeling


op de markt bij de lappen afdeling

’s Middags gaat Saskia naar een vriendin en de andere vier pakken in en gaan naar het sjieke Afrika-winkelcentrum, waar Wouda en Paul de vorige dag al een prachtig houtsnij-kunstwerk hebben gekocht. We shoppen en drinken thee en dan maken we ons op voor het afscheidsmaal. Dat wordt een heel gezellige avond bij de indiër, door Thom aangeraden. De 3 weken met Wouda en Paul, Saskia en Barbera (de laatste twee niet de hele tijd, maar wel een groot deel) passeren de revue. We hebben geweldige weken gehad met elkaar en prachtige tochten gemaakt. Vooral Mathunka en Lukwe-kamp springen er als verblijfplaats uit. En van de tochten en parken kunnen we eigenlijk niet zeggen wat we het mooiste gevonden hebben. De gids Vasco van Matunkha en Auke van het Lukwe-kamp zullen we nog vaak tegen elkaar noemen als we het over onze tocht in Malawi hebben.
De volgende morgen ontbijten we nog met z’n allen en dan gaan Kees, Saskia en Geer naar de bus lopen (met nog een stukje minibus). De bus brengt ons naar Mangochi waar we het weekend het festival Lake of the Stars zullen bijwonen.
Paul en Wouda vertrekken om kwart voor acht naar het vliegveld. Ze vliegen via Lusaka naar Nairobi waar ze zes uur doorbrengen en dan gaan ze ’s nachts door naar Schiphol.

donderdag 21 oktober 2010

009 Met de ferry van Chilumba naar Nkhotakota over Lake Malawi, zondag 10 - woensdag 13 oktober

Van Lukwe camp naar Chilumba.
Wouda, Saskia en Paul hadden reeds aangegeven liever niet met de boot te gaan maar een dag in NkhataBay te blijven, te snorkelen en zo de beroemde cycliden van Lake Malawi te zien. Geer en Kees zouden de boot nemen en we zouden elkaar weer zien in Nkhotakota zien.
Het Lukwe camp was echter zo rustgevend, mooi en aantrekkelijk dat Wouda, Saskia an Paul besloten een extra nacht in Lukwe Kamp te blijven.
Wij vertrekken zondagmiddag na de lunch om ca 14:00 uur op weg naar Chilumba, nadat we ‘s morgens nog de tuin bekeken hadden en naar de hoogste waterval van Malawi zijn wezen kijken: een val van 295 meter.
Het is 2 uur, 4 uur voor zonsondergang, en we moeten ca 40 km afleggen. Met name de weg naar beneden wordt bijna niet bereden op zondag. Wordt het 8 km lopen of lukt een lift? Zo vertrekken we uit het kamp, uitgezwaaid door Paul en Wouda en Saskia.
We zijn echter bofkonten, binnen 5 minuten komt er een ambulance van het Ziekenhuis van Livingstonia, de eerste auto. Hij stopt en we kunnen mee, de bagage op de plaats van de brancard, Geer op de verpleger stoel en Kees naast de chauffeur. Zo gaan we de weg met 22 haarspeldbochten af naar beneden langs de helling van de kloof, ca 1200 meter omlaag. Wat een mazzel, als we dat hadden moeten lopen was het schema voor donker in Chilumba moeilijk geworden.
De weg is praktisch dezelfde als 42 jaar geleden, enkele haarspelt bochten zijn wat verruimd, waardoor iedere bocht in een keer kan worden genomen. Met de R4 had ik bij vier bochten twee tot driemaal moeten steken. Na 42 jaar nog praktisch dezelfde weg.


de ambulance die ons meeneemt


de afslag naar Livingstonia bij de hoofdweg

Paul, Wouda en Saskia hebben de volgende dag minder geluk zij moeten de afdaling bijna geheel lopen.
Beneden hebben we vervolgens vrij snel een minibusje en vervolgens een bushtaxi zodat we om half vijf in Chilumba bij het vertrekpunt van de ferry zijn. Ideaal. We horen dat de boot twee uur is vertraagd en pas om vier uur ‘s nachts aan zal komen. We kijken bij licht nog even rond en vervolgens spelen we een spelletje kaart, lezen en om beurten slapen we wat op een van onze matrasjes op een van de stenen banken inde vertrek hal.

Lake Malawi is een groot zoetwatermeer, het vierde grootste in Afrika. Het is 834 km lang en 84 km breed (dit is ca tweemaal Nederland) met een diepte van 640 meter. Het oppervlak ligt op een hoogte van 472 meter boven zeeniveau. Het meer wordt gevoed door vele rivieren en heeft de afwatering van een oppervlak tweemaal Malawi. Een rivier geheel aan de zuidkant van het meer verlaat het meer en gaat via een aantal stroomversnellingen naar de Zambezi in Mozambique. Dit is de Shire de rivier die we zo goed kennen van ons bezoek aan het Liwonde Park.


het deel van Lake Malawi met ons deel van de route met de Ilala

De Boottocht van 52 uur, maandagmorgen 04:00 tot woensdag 08:00 uur.

Eerst naar Nkata Bay
De inscheping gaat snel, binnen een half uurtje hebben we de hut, settlen ons en besluiten nog de afvaart en de zonsopgang gade te slaan. De ferry vertrekt om kwart voor vijf en de zon komt op om 05:40. Om zes uur liggen we in onze kooi, om tot kwart voor negen te slapen en vervolgens nog net het ontbijt te nuttigen.

Laten we die tocht met enkele indrukken beschrijven en de foto’s het verhaal laten vertellen.
We bezoeken 10 aanleg punten. Eén daarvan, Nkhata Bay, heeft een kade/jetty, bij de rest van de “aanleg” plaatsen worden lading en passagiers met de twee reddingssloepen van de ferry en met heel veel plaatselijke kleine bootjes van en naar de wal gebracht. Meestal moet het laatste stukje door het water worden gelopen.
De eerste dag gaat naar Nkhata Bay, waar we om net over 18:00 uur aankomen bij het invallen van de duisternis.
We hebben inmiddels vier kleinere baaien aan gedaan. Steeds als de ferry aan komt varen gaat dat gepaard met twee stoten op de hoorn. Vervolgens de oproep dat een ieder zich moet klaar maken voor de activiteiten bij de stop.
De twee sloepen worden elk bemand door een machinist, die de dieselmotor bedient, een stuurman en een man voor in de sloep voor de voortros. Dus geheel de afspiegeling van het moederschip. Dit drietal stapt in de sloep aan zowel stuurboord als bakboordzijde op het bovendek. Een man op het opperdek bedient de lieren en laat de sloepen in het water zakken. De motor wordt gestart terwijl de boten zakken. Tegelijker tijd zijn twee man bezig op het lagere dek een trap te laten zakken waar men van dek twee af in de sloep kan klimmen, ca 1 meter boven de sloep als deze in het water ligt. De sloep is inmiddels uit zijn takels gehaald en vaart een sloep lengte naar voren. Daar bevestigt men de sloep tegen de boot om te gaan lossen en laden.


de sloep wordt neergelaten




de sloep wordt gelost


prachtig zo’n volle sloep

De sloep is geschikt voor 22 personen maar er gaan aanzienkijk meer mensen in en er komt nog een fantastische lading bij. Dat zijn bonen, gedroogde sardientjes, onderdelen, etc.
De sloepen varen enkele keren op en neer naar de wal zowel om mensen en lading te lossen als weer aan boord te nemen. Voor de twee uitgangen is het regelmatige een chaos, men wacht niet op elkaar; het gaat zo te zien ieder voor zich. Ook komen de uitgesneden, gehakte boomstammen met soms grote balen aan varen. Vaak is de ruimte in de boomstam te smal om met twee benen in de boomstam te zitten. Geweldig zoals men dat alles over eind houdt.




een boomstam kano met last


boomstamkano met lampen voor de visvangst

De stops duren een à twee uur en de boot vaart weer verder naar de volgende stop. Zo doen we vier stops tussen Chilumba en Nkata Bay.

Van Nkata Bay naar Likoma
Zo komen we tegen zessen in Nkata Bay aan na driemaal nog een stop te hebben gehad. Paul, Wouda en Saskia hebben inmiddels een chaletje in Nktata Bay betrokken op een landtong net voor de aanleg plaats van de ferry. We krijgen om 17:30 een smsje met “ we zien de Ilala aankomen varen” . Kees ziet het 15 minuten later en sms’t terug “ik sta op het uiterste puntje van het achterdek”. Maar toen konden Wouda, Saskia en Paul de boot niet meer zien. We toasten op hen met Kuchie Kuchie, het lokale maisbier, zijn waarschijnlijk op ons. En later bleek dat dat ook zo was.
Prachtig zo’n communicatie tussen door. Dat kan vandaag de dag allemaal; dat was 150 jaar geleden anders waar men weken op een brief van Livingstone moest wachten, cq zelfs dacht dat hij omgekomen was en de journalist Stanley erop afwerd gestuurd om hem te zoeken.

In Nkata Bay wordt afgemeerd aan de jetty net zoals in Chilumba.
Maar het wordt daar een ware heksenketel. Eerst gaan er een stroom mensen van boord, maar daarna barst het los. Rijen mensen verdringen zich voor het gangpad om aan boord te gaan, lopen tegen de stroom weer terug om nog meer bagage op te halen. Het is een dringen vanjewelste. Geschreeuw door elkaar heen. Verder vindt het laden van de officiële goederen plaats door de maatschappij. Het hele voordek wordt volgeladen. Barrels met diesel van ESCOM, een grote stapel brandhout, een stapel planken, een oranje groot vierzitsbankstel, zakken met rijst, meel, cement, kratten coca-cola, fanta, carlsberg bier, etc. Die kratten staan niet op een pellet, naar allemaal los evenals de andere materialen. Men is zes uur bezig dit allemaal aan boord te sjouwen en een plaats te geven.




de drukte op de jetty

Het wordt ook duidelijk waarom er zoveel aan boord gaat. Vanuit Nkata Bay gaan we straks het meer oversteken naar de twee eilandjes Chizumula Island en Likoma Island die van Malawi zijn maar in de Mozambique wateren liggen vlak bij de oever van Mozambique aan de andere kant. Dit transport is het enige transport voor deze twee eilandjes. Dit transport vind eenmaal per week plaats, dus alles voor een week moet er naar toe verscheept worden. De eilandjes hebben visvangst als verre weg de belangrijkste bron van inkomsten. Dus straks komen als tegengoed allemaal zakken met sardientjes aan boord.
We vertrekken ca middernacht en komen rond vijf uur ‘s morgen bij het eerste eilandje aan. Dan moet alles van boord dat voordien via de jetty aan boord was gekomen maar nu met die kleine bootjes. Bv de acht barrels met dieselolie voor de elektriciteit generatie op het eiland door ESCOM worden met mastworpen rond het midden van de barrel aan elkaar gebonden en een voor een over boord gegooid. Na een behoorlijke plons komt even later de barrel aan de oppervlakte drijven. Vervolgens wordt het trouw achter een bootje vast gemaakt en worden de acht barrels naar het strand gesleept. Zo gaat het met alles, een deel van het brandhout, van de cement, van de rijstzakken, etc.


de barrels met diesel voor de elektriciteitsgeneratoren


de planken worden afgevoerd


Kan het nog voller?

Tegelijkertijd wordt er allerlei retourvracht van het eiland aan boord genomen. Af en toe gaat dat allemaal door elkaar heen. We liggen bij het eerste eilandje ca vijf uur, en varen ruim een uur door naar het tweede eilandje, waar we lunch tijd aankomen. Likoma island is iets groter dan het eerste eiland Chizumula Island, dus hier nog harder werken. In zes uur is men klaar. We vertrekken net voor de duisternis invalt.
Bij dit tweede eiland Likoma Island komen ook vissersmannen langs varen om een deel van hun vis vers te verkopen aan passagiers, zoals Chambo’s, en een soort katvis. Ook worden hier het bankstel van boord geladen een zeer spectaculair gezicht om die grote stoelen op die kleine scheepjes over gezet te te zien worden. De rest van de oliedrums (18) worden in twee etappe aan land gebracht. Hoe gaat dat? Vaten weer met groet plonzen te water, de eerste ronde 8 de tweede 10, nu geen touw en geen bootje maar er gaan twee (1e ronde), resp. drie zwemmers (2e ronde)mee te water die de vaten naar het strand zwemmen, de vaten voor zich uit duwend als af een kudde schapen die wordt opgedreven.


het bankstel wordt van boord gelaten


bankstel onderweg


een vissersman komt langs


een kudde olievaten op weg naar het strand


De Ilala vanuit het strand van Likoma Island


Het strand van Likoma Island


een vissersboot

Het geheel is heel pittoresk en men weet zich met heel weinig middelen ingenieus te redden.
In Likoma gaan we nog een uurtje aan land,lopen even rond, kijken even van de kant af hoe het allemaal gaat. In een barretje drinken we een cola. In de tuin van het barretje waar we de cola drinken zijn behoorlijke anti VS teksten op de muren geschreven evenals wat Malawi spreekwoorden. In Likoma was het strand geheel rietvrij, dus lopen ook wij de laatste paar meter door het water naar de kant. De korte broek werd net nat, het kruis bleef droog. Terug zijn we met een kleiner bootje gegaan, dat ver genoeg het strand op geschoven was dat je nit door het water hoefde.

Van Likoma naar Nkhotakota
Zoals gezegd vertrekken we net voor donker van Likoma. Nog een stop in de Mozambique haven Metangula en daarna naar Nkhotakota. Ca 21 uur aankomst in Metangula en ruim een uur later de oversteek opnieuw. Verwacht wordt dat ca om 04:00 uur aankomen. Van de steward begrijpen dat we wel even in Nkhotakota zullen liggen. Hij adviseert: blijf gewoon slapen tot ca 06:00 à 06:30, kom ontbijten en ga om half acht van boord. Er gaat enorm veel gedroogde vis van boord in Nkhotakota. Er is geen jetty, dus alles gaat via het strand, dat vol met riet staat. We liggen aan lagerwal, de boten landen tussen het riet en alles wordt met dragers aan wal gebracht. Dat is zeer belangrijk voor de gedroogde vis. Ook wij gaan zo naar het land. Gezien het riet en de kans op bilharzia laten we ons aan land dragen op de schouders van twee mannen, evenals de bagage. Kees is er niet helemaal gerust op zoals op de foto te zien is.




de visjes worden van boord gedragen


hier gaat het allemaal om

Contacten aan boord
Aan boord hebben we een cabine op het een na bovenste dek, waar we slapen en af en toe wat rusten.
Daarnaast zijn we veel op het bovendek, waar ook het “wheel house” (de brug) is. En een kleine bar voor de drankjes.


het bovendek


op het bovendek

Het restaurant is op hetzelfde dek als onze cabine.
We ontmoeten een jong Duits koppel dat vier weken aan het trekken is. En een ouder koppel dat naar Durban trekt.
Verder allerlei mensen tussen Nkata Bay en Likoma; dat stukje is het druk. Verder zijn er weinig mensen boven, beneden zit het steeds heel vol. Vanaf dat bovendek worden alle waarnemingen gedaan. Wordt naar de wal gekeken, wordt wat gelezen, worden de zonsondergangen en opkomsten waargenomen.



Door de hoge waterdamp concentratie in de lucht boven het meer zie je de zon steeds pas iets later uit de mistige wolken dek opkomen.
Het is een boeiende ervaring geweest.

dinsdag 19 oktober 2010

007 / 008 De vogelwereld van Malawi + Artikel "Lukwe permaculture educational farm, een oase in Malawi"

007 De vogelwereld van Malawi, zoals wij hiermee kennisgemaakt hebben. Opgesteld door Paul Janssen

Inleiding
Toen we planden naar Malawi te gaan was het ons al snel duidelijk dat we een bijzonder rijke vogelwereld aan zouden treffen ( The Birds of Malawi geeft een totaal soortenaantal van 650 ) . Doordat het land relatief klein is doet dit een grote ecologische variatie op het aanwezige oppervlak verwachten. Dus voor mij alle reden Newman’s Birds of Southern Africa aan te schaffen.
Gaandeweg werden we tijdens het bezoek steeds enthousiaster en bleek er meer aan de hand! Doordat die wereld zo onbekend is doet hij een sterk beroep op je nieuwsgierigheid. Bij mij is die kick eigenlijk alleen te vergelijken met het gevoel wat ik als twaalfjarige had toen ik voor het eerst baltsende kemphanen ver weg in de weilanden besloop. Dus het plezier van het spieden en speuren in de vrije natuur op een jongensachtige manier!
Ook de aanwezigheid van wildlife-guides als George ( Liwonde ) en Vasco (Vwaza en Nkonjehra) droeg hier zeker aan bij! Hun ongelooflijke vaardigheid in het lokaliseren en waarnemen deed me sterk denken aan wat je in Verkennen voor Jongens beschreven vindt in het hoofdstuk Woodcraft ! Baden Powell was niet voor niets zeer onder de indruk van de Zuid Afrikaanse woudlopers.

Ecologische rijkdom op een klein oppervlak : het voorbeeld van Liwonde Nat Park:
Dit park bevat een ongewone variatie aan habitats op een relatief klein oppervlak. Een blik op de vegetatiekaart maakt dit prachtige aan een perzisch tapijt herinnerende patroon duidelijk. Er zijn drijvende weiden, lagunes en riet-moerassen, rivierbegeleidende drogere graslanden
ontstaan doordat periodieke overstromingen boomgroei onmogelijk maken. Mopane bosland ( bosland is vergelijkbaar met onze boomweiden, dus zonder een noemenswaardige struiklaag), onderbroken door grassige plekken langs tijdelijke riviertjes, savanne met hoge grassen en een enkele boom (deze laatste gebieden waren ooit voordat het park gesticht werd cultuurland), gemengd bos op de verschillende heuvels, langs riviertjes vindt men een gordel van altijd groen bos en struikgewas, terwijl ook een klein gedeelte van het park begroeid is met droog, altijd groen bos. Hier en daar vind men in het bosland (vooral op en rond termietenheuvels) dicht struweel.
Het zal niemand verbazen dat zo’n rijk patroon, wat dankzij een voorbeeldige bescherming nauwelijks verstoord wordt een rijke avifauna oplevert. Men kan in dit park (opp: 548km2) 406 soorten uit het totaal voor Malawi van 650 tegenkomen!

Onze persoonlijke top-vijf
Om ons enthousiasme te kunnen delen hier een min of meer willekeurige top-vijf. Ik moet hierbij wel zeggen dat het een moeilijke keus was. Waarom bijvoorbeeld geen Afrikaanse Visarend opgenomen, die we bijvoorbeeld in Nkata bay zo majestueus aan het werk gezien hebben of Lilians Lovebird ( de naam alleen al!). Deze laatste soort heet in het Zuid Afrikaans Njassa Parkiet en is een min of meer endemische soort voor Zuid Malawi. Daarvan hebben we in Liwonde enkele mooie zwermen zien fourageren. In totaal hebben we 57 soorten gedetermineerd.

1. Blue Waxbill ( Gewone Blousyssie) : De Afrikaanse variatie op onze huismus. Leuke groepjes die de velden afschuimen om allerlei zaden te pikken. Op de grond tekenen ze zich prachtig af tegen de vooral rode aarde. Wanneer ze echter opvliegen verdwijnen ze bijna in de azuurblauwe lucht! Voor het eerst in Nguludi gezien, daarna steeds gezellig in de buurt van menselijke bedoeninkjes. De nesten van deze vogels blijken om een of andere reden vaak onderdeel van een wespennest te zijn ( Ook weer iets vreemds tropisch, dit is me van vogels uit de gematigde streken niet bekend!)Verspreiding : Afrotropical: S.Congo and Zaire to South Africa
Foto: www.flickr.com/photos/hannes_steyn/4500272283



2. Böhms Bee Eater (Roeskopbyvreter) : In Malawi een bijna endemische soort voor het Liwonde Park. Een van de ecologische indicatoren voor de kwaliteit van dit gebied. Ik heb hem uitgebreid geobserveerd terwijl ie van een lage tak die door antilopen kaalgegraasd was , steeds het open gebied indook om insecten te verschalken. Deed qua gedrag sterk denken aan onze vliegenvangers. Het was wel heel opvallend dat hij steeds weer de kale takken opzocht.
Verspreiding: Zambesian endemic: Zaire to Malawi
Foto’s en verdere info:
http://www.birdinfo.co.za/rarebirds/05_bohms_bee-eater.htm





3. Purple crested Lourie (Bloukuiflourie) : Tropisch Afrika op zijn best in geluid en kleur! Donker vaalrode oker overgaand in glanzend geelgroen, donkerblauwe borst met een purperen weerschijn. Een glanzend zwarte snavel en een rode rand rond het oog. Een diepblauwe kuif zoals bij ons in de punkperiode in zwang was. De roep: een lange sequentie van noten, rustig startend en dan een steeds sterker en extatischer crescendo: kerkerkerkerker-kok-kok-kok-kok…, Het laatste geluid ongeveer 20 keer herhaald en dan naar het eind steeds geëxalteerder en ruimtelijker.
Verspreiding: Zambesian/Eastern ( Kenya to South Africa)
Foto: www.biodiversityexplorer.org/birds/musophagidae/gallirex_porphyreolophus.htm



4. Malachite Kingfisher ( Kuifkopvisvanger) : Een miniatuur uitvoering ( 14 cm , onze ijsvogel: 17cm) van onze ijsvogel, met nog intensere kleuren. Zit net als onze ijsvogel op lage overhangende takken rustig te wachten tot ie kan toeslaan. Was in Liwonde vanaf het water tot verrassend dichtbij te benaderen.
Afrotropical ( Senegal tot South Africa)
www.sa-venues.com/wildlife/birds_kingfisher.htm





5. Pennant-winged Nightjar ( wimpelvlerknaguil) : Er zijn maar liefst 6 soorten nachtzwaluw in zuidelijk Afrika. De Afrikaanse Naguil zag ik Vwaza eerder dan Vasco en ik ontplofte bijna van enthousiasme! Stel je ook eens voor: voor iedere vogelliefhebber hoort de nachtzwaluw tot de soorten die hij graag eens zou willen zien en die bijna nooit te zien is! Die avond in Vwaza was alleen al bijzonder door het grote aantal nachtzwaluwen wat na zonsondergang in de open vlaktes op jacht ging!
De wimpelvlerknaguil , die we na zonsondergang in de schijnwerper op Niyka zagen is helemaal iets bijzonders: Met lange witte sjerpen danst ie stralend wit ( in het licht van de schijnwerper) over de lage begroeiing. In de bergen van Nyika was hij duidelijk op doortrek. Deze vogel broedt in Miombo woodland .
Verspreiding: Afrotropical( breeds Zaire to South Africa, winters north of the equator as far west as Nigeria)
www.biodiversityexplorer.org/birds/caprimulgidae/macrodipteryx_vexillarius.htm



En dan zijn er nog de volgende prachtige vogels gespot, voornamelijk in het Liwonde park:


Pied kingfisher, bonte ijsvogel


Ralreiger


Grote zilverreiger




de African Jacana ofwel de Jesus Bird aan de waterkant. Hij heet zo omdat hij ahw op het water kan lopen.


de Open billed Stork of Oopbekooievaar


Spur winged Goose (met warthog)


Plevier


Afrikaanse Zwartkopreiger


Fisheagle


Lilac Brested Roller


Lilian's Love Bird

============================================================

008 Artikel van Paul Janssen over het ecologisch centrum Lukwe voor het tijdschrift Oase.

Lukwe permaculture educational farm, een oase in Malawi

Omgeving

Willen jullie koffie? Vraagt Auke en we antwoorden gretig ja wanneer we zien dat ie een Italiaans espressokannetje tevoorschijn haalt.
We zitten bij te komen van een lange tocht door de bergen van Malawi. Eerst hebben we gezworven over de hoge steppe-graslanden van het Nyika plateau ( Nyika betekent tegelijk gras en wildernis) . We waren onder de indruk van de eindeloze ronde heuvels met in de dalen steeds kleine mooie oerbosjes met prachtige mantels en zomen. In de droge tijd speelt vuur hier een allesoverheersende rol. De parkbeheerders branden gecontroleerd stukken af om te voorkomen dat oerwoudresten door spontane branden vernietigd worden. Echter ook stropers maken nog steeds uitgebreid van vuur gebruik om beesten in de val te lokken. Nu, in de droge tijd zoekt de fauna vooral in de laagten eten en zien we alleen van verre enkele grotere antilopensoorten en een kudde zebra’s.


Steppeheuvels met oerbosjes in de dalen

We hebben temidden van de vele as echter al de eerste bloemen gezien en kunnen ons goed voorstellen dat na de eerste regens er een bijzonder mooi schouwspel zal losbarsten. Nyika is beroemd vanwege de meer dan honderd soorten orchideeën die er voorkomen, waaronder enkele tientallen endemen.


Bloemenpracht

Vanaf deze eindeloze hoogvlakte hebben we een interessante afdaling richting Malawi-meer achter de rug. Eerst door restanten van altijdgroene nevelbosjes en dan door drogere bossen, waar al een grote invloed van de mens te zien is. Vooral de invloed van geiten en runderen is duidelijk te zien: open bos, kale grond, brede paden en erosie : overbegrazing!
Dan komen we al snel in een zone waar ook mensen wonen en zien we dat bijna alle , ook de steilere hellingen kaalgeslagen zijn. In Malawi blijken de laatste tien jaar 30% van alle bossen verdwenen te zijn. Ontbossing is een van de grotere problemen waar dit arme land mee te maken heeft.
Slechts een klein gedeelte van de kaalslag wordt zichtbaar als akker gebruikt, terwijl grotere delen braak liggen. Een vrij groot gedeelte van het land blijkt bebouwd met cassave ( maniok). Dit laatste gewas is typisch voor het plaatselijk gebruikte chiteneme-landbouwsysteem. Hierbij wordt een bos omgehakt en in brand gestoken. Vervolgens kan men een of tweemaal oogsten , waarna de bodem tot 25 jaar braak moet liggen om weer voldoende vruchtbaarheid op te bouwen. Vaak blijkt er niet lang genoeg gewacht te worden ( vanwege de bevolkingsgroei) , waardoor de bodem extreem beschadigd raakt en helemaal niets meer oplevert. Bij de wat vriendelijker hakvruchtcultuur, die ook toegepast wordt hanteert men het principe van de vruchtwisseling en kan dan tot zes jaar oogsten waarna een zesjarige braakperiode moet volgen.
Op de vele braakliggende gedeelten zien we de runderen en geiten grazen. Overal rond de boerderijtjes zijn bananenbosjes en kleine koffieplantages. Deze streek is beroemd vanwege zijn uitstekende koffie. De koffieteelt blijkt hier een kleinschalige activiteit te zijn. Beneden aan de helling zijn we langs een verzamelpunt annex pellerij/drogerij gekomen. Hier wordt de oogst verzameld om per vrachtwagen naar de branderij en verdere verwerking vervoerd te worden. Er ligt een enorme berg schillen van de koffiebonen ongebruikt weg te rotten.


Bewoonde wereld, o.a. met koffie



Vanaf dit verzamelpunt is er een onverharde weg waarlangs de oogst getransporteerd wordt. Langs deze weg treffen we overal vrouwen en kinderen aan die met de hak bezig zijn de weg en de bijbehorende afwateringsgreppels te herstellen. Een werk dat na elk regenseizoen met zijn overvloedige erosie weer opnieuw moet gebeuren. Het blijkt een vorm van contraprestatie te zijn. Voor 21 dagen werk ontvangt men een zak kunstmest. Met deze kunstmest wordt vooral geprobeerd maïs te telen. Het nationale voedsel bestaat namelijk uit nsima, een soort maïspap, vergelijkbaar met polenta, maar dan spierwit. Gekweekt met behulp van gen-gemanipuleerde witte maïs die hoger gewaardeerd wordt dan de rassen met meer kleur. Maïs is hier een risicovolle teelt vanwege de grote vochtbehoefte. In 2005 was er ten gevolge van een droogte nog een hongersnood!

De tuin
Trots serveert Auke de koffie en vertelt erbij dat het een compleet eigen product is.
Koffie op het terras van het eco-camp met prachtig uitzicht.
Hij blijkt zelf koffie te kweken en ook alle stappen in de verwerking zelf te doen. Ik heb eerlijk gezegd zelden zo’n lekkere koffie gedronken en ga nieuwsgierig naar zijn tuin.






koffie

Het contrast met de wereld waar we doorheen gelopen zijn kan niet groter zijn.
Hier geen braakliggende grond, geen allesoverheersende kleuren geel ( dorre stengels) en zwart ( verbrande begroeiing), maar alle kleuren groen die je je maar kunt voorstellen. Rond het woonhuis geen kale , betonharde , vastgestampte dagelijks geveegde stofvlakte maar een soortenrijke , veelvormige aantrekkelijke wereld waar het oog niet gauw genoeg van krijgt. Water blijkt overal aanwezig: Een bron waar al het drinkwater voor het eco-camp vandaan komt , diverse kleinere bronnetjes, ik zie waterstroompjes door sappig gras stromen, een paar vijvers, waarvan er een met eiland en uithoeken voor eenden en een andere met prachtig bloeiende Blauwe waterlelies ( Nymphaea caerulea ).


De tuin is omgeven door een diepgroene zone bestaande uit vooral liaanvormige struiken . Die zone herken ik van de nevelbosjes waar ik een dag tevoren hoger op de hellingen doorgelopen ben. Hierin zie ik een paar zwarte apen wegduiken.
Er groeit veel Ananas en ook de koffiestruiken springen in het oog. Een paar prachtige bananenbomen vallen op. Later blijken er 4 verschillende soorten te groeien met elk een ander doel. En eet ik in het restaurantje een banaan zoals ik nog nooit gegeten heb.



Door de hele tuin valt de menging van houtachtige gewassen en kruidachtigen sterk op. In de savannes van Afrika komen veel stikstofbindende bomen voor ( bijvoorbeeld Acacia’s). Zo te zien wordt hier van dit stikstofbindende vermogen dankbaar gebruik gemaakt.
Verschillende grotere bomen zijn met enorme Passievruchtstruiken begroeid, terwijl er hier en daar ook dode bomen rechtop behouden zijn. Het lijkt erop dat bijna alle stronken van het bos dat voor deze tuin heeft plaatsgemaakt, in de tuin behouden zijn. Velen lopen uit en anderen rotten langzaam weg.




Passievruchten

Rondom de werkschuur is er een zone met een paar relatief kleine composthopen en overal kleine moestuintjes. Hier groeit een grote rijkdom aan allerlei groenten. Ik zie sla in allerlei soorten, boontjes, worteltjes, koolsoorten, prei, met daartussen allerlei bloeiende planten. Hier vallen ook allerlei wilde vlinderbloemigen op, maar ook dichtbegroeide randen met zo te zien Wilde Margriet! Verschillende soorten Afrikaantjes bloeien hier en ook grote struiken vol met minuscuul kleine pepertjes. Van Caine, de tuinman die ik tegenkom, hoor ik dat hij van deze pepers samen met knoflook een aftreksel maakt waar hij de groenten mee vrijhoudt van insecten.


moestuin


pepertjes

Van Auke hoor ik later dat deze Caine van kinds af aan als tuinman bij dit project betrokken is en zelf uit eigen ervaring zeer veel over de details weet te vertellen.
Ook staat er Lantana camara, een struikje dat je vaker in Malawi tegenkomt als heg rond een tuin. Deze plant bloeit het hele jaar door met mooie bloemen in clusters die variëren van geel, paars oranje naar dieprood. Deze tuinplant van Amerikaanse oorsprong heeft de naam vlinders te trekken. Tot nu toe ben ik hem op allerlei merendeels droge plekken tegengekomen en zag eigenlijk nauwelijks vlinders, maar hier vliegen de mooiste tropische vlinders rond. Een gevolg van de grote ruimtelijke variatie gecombineerd met het vocht dat er overal is?
Behalve de eenden zijn er konijnen en leeft er een koppel parelhoenders. Caine vertelt dat hij de parelhoenders regelmatig los laat lopen in de tuin en dat die dan vooral veel slakken eten. Ze blijken veel vriendelijker voor de geteelde groenten te zijn dan bijvoorbeeld kippen! Ook is er een groepje geiten dat onder toezicht van Caine werkt aan uitbreiding van de tuin.

Permacultuur als voorbeeld
Onder de indruk loop ik terug naar het Eco-camp en probeer met Auke verder te spreken. Echter, zijn hobby – het eco camp- vraagt alle aandacht. Er moet een groep ontvangen worden, waarvoor een maaltijd geserveerd wordt met producten uit de tuin. Veel later op de avond vindt hij eindelijk de rust om over zijn grote passie, de tuin, verder te praten.
Hij blijkt opgegroeid te zijn in de Congo ( in de buurt van Lubumbashi in de zuidelijke provincie Katanga) en in zijn jeugd Malawi al samen met zijn ouders bezocht te hebben. Ook heeft hij al een moestuin zolang hij zich kan herinneren. Hij heeft na zijn studie toerisme in België een cursus Permacultuur in Engeland en Zimbabwe/Botswana gevolgd. En probeert door eigen experiment en waarneming voor hem vruchtbare principes uit deze visie toe te passen. Dit vat hij al gauw samen met de kreet “geven en nemen”.
Toen hij 15 jaar geleden deze plek voor het eerst zag was het een kaalgeslagen helling van 2,5 hectare met veel erosie, een groepje mango- bomen rond een hutje ( waar nu nog de restanten van te zien zijn) en op een plek een heel kleine bron.
Zijn eerste stap was het bos te ontzien, zodat er nu weer een pionierbos van ongeveer 5 meter hoog groeit met hier en daar wat oudere boomstobben , waar het verleden als hakhout nog aan te herkennen is.
In dit bos is hij volgens permacultuur-principes swales gaan maken. Een swale is een kleine greppel die de contouren van de helling volgt ( in horizontale zin). Die greppel is over zijn hele lengte horizontaal. De grond die vrijkomt bij het graven wordt gebruikt om een berm aan te leggen op het lagere deel van de helling.
Zo’n swale is niet bedoeld als drain om water af te voeren , maar het water zal in de losse grond lager op de helling infiltreren. Het is dus een systeem om water op te slaan in de grond.
Natuurlijk werkt een swale ook om erosie tegen te gaan omdat het oppervlakkig afstromende water gestopt wordt.
Het werkt als volgt: regen valt op het terrein en in plaats van snel de hellingen af te lopen verzamelt het zich in de swale. Daar zakt het traag in de grond en vormt een waterlens net beneden de swale. Hier vormt dat water een relatief ondiepe watervoorraad voor een verbazend lange periode. Een ideale plaats om jaarrond allerlei gewassen te telen ontstaat!
Auke vertelt dat hij hier veel werk in heeft zitten. Door voortdurend te observeren en experimenteren heeft hij veel geleerd van zijn fouten.
De watervoorraad blijkt nog steeds toe te nemen getuige het ontstaan van nieuwe bronnetjes en Auke moet nu in de gaten gaan houden dat de bodem niet te veel verzadigd wordt waardoor er verzakkingen plaats zouden kunnen vinden.
Voor het onderhouden van de moestuin is extra water nodig. Dit wordt met een gieter gegeven. Ik heb Caine ermee bezig gezien. Wat hierbij opvalt is de manier waarop dit gebeurt. Niet rechtstreeks op de bedden waar de planten groeien maar op verdiepte onderhoudspaadjes die tussen deze bedden aanwezig zijn. Zo’n kuilvormig paadje wordt als het ware onder water gezet. Dit water infiltreert snel in de losse grond van de bedden, zonder dat door oppervlakkige beregening de verdamping snel toeneemt. Ook verslemping wordt op deze manier voorkomen.
Plaatselijk worden de bermen nog extra vastgehouden door aangeplante pollen Vetivergras (Vetiveria zizanoides). Dit is een pollenvormende grassoort - afkomstig uit noord India- die overal in de tropen gebruikt wordt om dammen tussen rijstvelden te verstevigen.



De vijvers blijkt hij in een soort wisselbouwcultuur ook voor rijstteelt te benutten. Na bemesting door de eenden kweekt hij rijst. Hierna bloeien de waterlelies. Die bloeien vooral in de droge tijd, wanneer het bos nog niet in bloei staat. En vormen dan een zeer goede stuifmeelbron voor zijn bijen. In het verleden had hij ook nog konijnenhokken boven het water ( ook een perma-cultuurprincipe) , maar hier is hij vanaf gestapt.
In de vijvers leven Tilapia’s. Dezen hebben helaas een zeer gronderige smaak. Omdat ze niet goed direct eetbaar zijn gebruikt hij ze gemengd met koffiepel als krachtvoer voor zijn kippen. Zijn kippen lopen ook plaatselijk los in het bos en zorgen met hun gekrab voor een snellere omzetting van de afgevallen bladeren in goede bosgrond. Het zal niet verbazen dat de eieren die je hier eet een donkergele dooier hebben. Dit in tegenstelling tot bijna alle andere eieren in Malawi die een bijna witte dooier hebben. Het gevolg van het eenzijdig voeren met de alomtegenwoordige witte maïs!
Veel van de aanplant op deze bermen volgt het permacultuur-principe van de Guild. Men laat zich hierbij inspireren door plantengemeenschappen in natuurlijke bossen waar de planten in een grote soortenrijkdom en een gevarieerde structuur groeien en ook doodgaan.
Men onderscheidt 7 functies die binnen zo’n permacultuur-guild idealiter vertegenwoordigd zouden behoren te zijn:
1 voedsel voor de mens.
2 voedsel voor de bodem.
3 klimmers
4 supporters: planten die als klimrek voor de klimmers kunnen fungeren.
5 miners of diggers: vooral bomen en struiken met diepe wortels openen de grond en brengen mineralen uit de diepte omhoog. Ze doen hun werk hierbij veel efficiënter dan de mens door bodembewerking zou kunnen doen.
6 groundcovers: bodembedekkers beschermen de bodem, voorzien in schaduw, houden vocht vast en onderdrukken onkruiden.
7 Protectors: bescherming voor anderen in het systeem. Denk bijvoorbeeld aan het produceren van insektenwerende stoffen of een levende heg die grazende beesten tegen kan houden.


Wat hier in de tuin opvalt is de overal aanwezige invloed van het bos: uitlopende stobben, dode rechtopstaande bomen, al of niet beklommen door Passievruchten, levende bomen met een relatief ijle kroon die de ergste zon filtreren. Het lijkt erop dat het systeem de kans krijgt om begeleid verder te evolueren. Auke vertelt over het bladverlies van bepaalde stikstofbindende struiken wat zich mooi verhoudt tot de gewassen die hij kweekt. Dat wil zeggen dat die struiken net kaal zijn wanneer de productieve soorten de zon nodig hebben. Dit principe beginnen de boeren in de omgeving over te nemen!
Zijn kippen zorgen voor een versnelde omzetting van organisch materiaal, maar hij heeft ook nog een ander plan.
Zijn kleine kudde geiten is eigenlijk een ideale hakselmachine. Geiten eten veel mineraalrijke schors die via hun uitwerpselen al in de tuin benut wordt. Er is echter nog geen goede bosbodem ontstaan. Wat je in het hele gebied ziet is veel niet verteerd afgevallen blad op een keiharde lemige grond. De kippen leveren al hun bijdrage aan verbetering hiervan , maar Auke wil ook zijn geiten nu gaan inzetten.
Belangrijk hierbij is natuurlijk de juiste maat. Hij is van plan slechts een gedeelte van het bos ter beschikking te stellen aan de paar geiten die hij heeft. Ze grazen tussen 7.00 uur en 15.00 uur terwijl ze de rest van de tijd in een soort potstal doorbrengen. Doordat hij een deel van het gebied nog steeds als bosreservaat behandelt zal hij nauwkeurig kunnen zien wat de invloed van het gerommel van de geiten zal zijn. Weer een ander deel van het bos gebruikt hij als productiebos. Hier hebben af en toe de geiten toegang en wordt er door sprokkelen en subtiel kappen brandhout voor de keuken en de douche van het eco-kamp verzameld.
Door de losse, schijnbaar ongeplande vorm van de paden zijn er veel hoeken ontstaan met gaandeweg bijzondere omstandigheden . Die gebruikt Auke weer voor bijzondere gewassen.
“Uiteindelijk hebben we de wereld niet meer nodig!” roept Auke lachend.

De tuin als voorbeeld voor de omgeving
Ik kan me bijna niet voorstellen dat een tuin als deze geen voorbeeld voor de omgeving zal zijn en vraag Auke hiernaar. Hij geeft het voorbeeld van zijn koffie. Met zijn eigen teelt is hij 8 jaar geleden gestart. Hij wilde toen graag gebruik maken van de oude plaatselijke rassen. Het kostte hem toen veel moeite deze te bemachtigen omdat de boeren net massaal aan het overstappen waren naar een paar internationaal veel gebruikte soorten. Toen de boeren ook nog hoorden dat hij deze oude soorten zonder kunstmest wilde gaan verbouwen verklaarden ze hem helemaal voor gek.
Nu, 8 jaar later, komen ze regelmatig kijken en pikken ideeën op. Via de regering van Malawi hebben Auke en zijn vrouw kortgeleden geadviseerd bij het opzetten van een grotere koffiekwekerij volgens permacultuur-principes. Het gaat om een bedrijf met 80.000 koffieplanten samen met beesten en diverse landbouwgewassen. Ook begeleiden ze bij een aantal scholen in de buurt permacultuurtuinen. Hier leren hele schoolgemeenschappen wat hun omgeving kan opbrengen. Auke is blij met de aandacht van de regering. Mensen nemen van de overheid eerder iets aan dan van hem. Graag wil hij op zijn bescheiden wijze vanuit zijn eigen ervaringen mensen assisteren die willen leren. Voor hem hebben een aantal principes van Permacultuur in zijn eigen tuin bewezen waarde , maar een aantal andere ook weer niet.
Later , thuisgekomen , blijkt me dat Permacultuur in Malawi booming business is: in 2009 was er het wereldcongres en er is een actief netwerk door het hele land ( zie www.neverendingfood.org voor verdere informatie en vooral ook mooi beeldmateriaal over verschillende projecten!)